Een brug van de buren

Door de wijze waarop Nederland bestuurlijk georganiseerd is, ontstaat een organisatorisch niemandsland op het knooppunt waar twee netwerkinfrastructuren elkaar kruizen. Op dit knooppunt kunnen problemen ontstaan, die van invloed kunnen zijn op de operationele beschikbaarheid, diverse veiligheidsaspecten en de life-cycle van techniek op het knooppunt .

Inleiding

Het komt in Nederland steeds vaker voor dat een brug die eigendom is van een overheidsorganisatie bediend wordt door een andere overheidsorganisatie. De brug wordt dan bediend door de ‘buren’, of wij bedienen de brug van de ‘buren’. Dit artikel behandeld de bruggen die als systeem verdeeld zijn tussen organisaties en hoe de bestuurlijke‐, en organisatorische verdeling invloed heeft op onder andere operationele‐ en veiligheidsaspecten. In een ander artikel zal ik ingaan op de wijze waarop dit kan worden aangepakt.

De volgende onderwerpen worden behandeld:

♦ Schets van de organisatorische verdeling; 
♦ De gevolgen van die verdeling.

Schets van de organisatorische verdeling

Nederland als waterland heeft een infrastructuur voor het weg‐ en waterverkeer en spoor. De infrastructuur is in Nederland als een lappendeken verdeeld tussen de rijksoverheid, provincie, gemeente en waterschappen. Elk van de instanties voert als eigenaar beheer uit voor het in stand houden van de dienstverlening die de infrastructuur biedt. Hierbij heeft de rijksoverheid de beheertaak uitbesteed bij Rijkswaterstaat en in geval van het spoor ligt het eigendom bij Railinfratrust BV en is ProRail beschikkingsbevoegd het beheer uit te voeren. De landelijke infrastructuur die weg‐ en waterverkeer en railverkeer mogelijk maakt, zijn op zich staande netwerken en bieden de (water)weg- of spoorgebruiker doorgang van A naar B. Daar waar weg/spoor en water elkaar kruizen biedt een tunnel of een brug de doorgang op de kruising van de twee netwerken.

Knoopunt

Figuur 1 Knooppunten van netwerkinfrastructuren

Een beweegbare brug verzorgt de kruising tussen de verkeersnetwerken over land en het water. De beweegbare brug kan gezien worden als een machine op het knooppunt. In dit artikel is de knooppuntmachine omschreven als dat deel van de brug dat zorgt voor de beweging, waardoor het doorgang voor landverkeer en scheepvaart biedt. Dit is zonder de toeleidende en afleidende (spoor)wegen en vaarweg. Dit wordt hier expliciet als afzonderlijk beschouwd omdat ook het eigendom van het beton en staal van het bewegende deel bij een andere eigenaar/beheerder kan liggen. Bij een beweegbare brug verzorgt de brugbediening de doorvaart van de scheepvaart door het openen van de brug. Een gesloten brug vormt standaard de verbinding voor het landverkeer. Het beheer op het kruispunt van de infrastructuur is bepaald door de eigenaren van de onderliggende netwerkinfrastructuren en de knooppuntmachine. Hierdoor kan het beheer onderverdeeld zijn onder de verschillende overheidsinstanties. Zo kan het zijn dat een verkeersweg over een brug onder het beheer van de Rijksoverheid valt. De vaarweg eronder kan beheerd worden door een provincie of waterschap. Door herverdeling van het eigendom tussen overheidsinstanties kan over een langere tijd een andere situatie ontstaan, wat gevolg heeft voor het beheer van alle elementen die verbonden zijn met het kruispunt van de infrastructuur. Zie de paragraaf praktijkvoorbeeld hieronder. De bediening van een beweegbare brug wordt steeds vaker op afstand uitgevoerd vanuit een bediencentrale op een centrale plaats. De eigenaar van de bediencentrale is meestal de overheidsinstantie die besluit de bediening van het eigen areaal te centraliseren. Hierdoor kan een situatie ontstaan dat bij de bediening van een beweegbare brug verschillende overheidsinstanties betrokken zijn. Daarbij is elke overheidsinstantie verantwoordelijk voor zijn deel van de keten.

Verschillende overheidsinstanties kunnen betrokken zijn bij het beheer van: 

♦ Weg; 
♦ Vaarweg;  
♦ Spoor;
♦ Knooppuntmachine; 
♦ Bediencentrale.  
 
Bijvoorbeeld:
Situatie 1
Het beheer van de Weg, de Vaarweg, de Knooppuntmachine en de Bediencentrale wordt uitgevoerd door één organisatie.
Situatie 2
Het beheer van de Weg, de Vaarweg, het Spoor, de Knooppuntmachine en de Bediencentrale is verdeeld onder vijf organisaties.
 
Hiertussen liggen meerdere varianten en is afhankelijk van de infrastructuren die op het punt samenkomen.
 
Een praktijkvoorbeeld

De draaibrug in Montfoort over de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel is in 1895 door Rijkswaterstaat gebouwd. De wegen van en naar de brug vormen de ontsluiting van de stadskern van de gemeente Montfoort. Het beheer van de weg over de brug wordt uitgevoerd door de gemeente. In 2003 heeft Rijkswaterstaat het beheer van de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel overgedragen naar het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Bij die overdracht is het beheer van de knooppuntmachine bij Rijkswaterstaat gebleven. De bediening vanuit het brugwachtershuisje is overgezet naar een bediening op afstand vanuit de Beatrixsluizen. In 2016 paste de bediening van een eenvoudige brug niet meer in de drukke bezetting van de Beatrixsluizen. De bediening op afstand is daarna overgedragen naar de gemeente Nieuwegein. Hierdoor is alle beheer verdeeld en is Rijkswaterstaat alleen nog beheerder van de knooppuntmachine (stenen, staal en beweging)

In het veelvoud

Ik ga tot toe uit van een situatie van verkeersweg en een vaarweg. In de praktijk kunnen meerdere verkeerswegen en spoorwegen naast elkaar liggen en een of meerdere vaarwegen kruizen. Elk van deze heeft een beheerder. Als een spoorlijn (of metrolijn) naast de weg ligt kan het voorkomen dat een spoorbrug en verkeersbrug over een vaarweg verbindt en de bediening uitgevoerd wordt vanuit één bediencentrale. Of bijvoorbeeld: De van Brienenoordbrug is een samenstel van naast elkaar gelegen bruggen met meerdere rijbanen voor doorgaand, lokaal en langzaam verkeer. De Schinkelbruggen in Amsterdam is een voorbeeld van een samenstel van vijf bruggen over een vaarweg naast een sluis.